Angela Bryan en Kent Hutchison zijn onderzoekers aan de Universiteit van Colorado die zich toeleggen op het bestuderen van de volledige effecten van marihuana op het menselijk lichaam. Maar omdat ze de drug niet op de campus mogen brengen of aanwezig mogen zijn wanneer hij wordt geconsumeerd, zijn ze gedwongen een mobiel lab te ontwikkelen in twee “Dodge Sprinters”.
Ze parkeren hun mobiele lab voor het huis van een vrijwilliger, en wachten daar terwijl de proefpersonen de cannabis in de auto consumeren. Dan kunnen ze eindelijk beginnen met hun tests, waarbij ze spuiten, polsslagmeters, cognitieve spelletjes en bindmiddelen gebruiken om de veranderingen door cannabisgebruik te volgen. Maar deze creatieve oplossing heeft zijn beperkingen: onderzoekers kunnen de consistentie van een monster niet controleren (vooral de doeltreffendheid ervan) en het niet naar de campus brengen voor laboratoriumtests. Bovendien is de “cannavan-methodologie” tijdrovend en kan zij slechts door een paar vrijwilligers per dag worden gebruikt.
Volgens hen is de situatie absurd: “Cannabis is overal in Colorado legaal – tenzij je een wetenschapper bent.
Regelgeving belemmert vooruitgang cannabisonderzoek
Omdat cannabis nog steeds is ingedeeld als verdovend middel op lijst I (de enige categorie die elk gebruik verbiedt), gelden voor cannabis veel beperkingen die onderzoek bemoeilijken, zo niet onmogelijk maken. Het is belangrijk te begrijpen dat volgens het federale protocol stoffen die in de eerste categorie van drugs worden ingedeeld, stoffen zijn die geen medisch nut hebben, wat ook betekent dat het onmogelijk is klinische studies uit te voeren (bijvoorbeeld onderzoek bij mensen). Deze beperking op cannabisonderzoek houdt daar echter niet op. Om te bepalen of een product veilig is voor gebruik door het publiek, vereist de FDA een reeks preklinische en klinische studies, die niet kunnen worden uitgevoerd in het kader van bovengenoemde verordening.
Bovendien mogen onderzoekers slechts cannabis gebruiken van één erkende kweker – de Universiteit van Mississippi. De FDA heeft nu echter aangekondigd dat zij cannabisonderzoek zal steunen.
Wetenschappers worden gedwongen onderzoek te doen naar cannabis met een lage potentie, terwijl er producten op de markt zijn met THC-concentraties van meer dan 95%. Dit vertekent de onderzoeksresultaten en maakt ze inconsistent.
Wat weten we over cannabis?
In 2017 publiceerde de National Academy of Medicine een rapport over de gezondheidseffecten van cannabis en de verschillende cannabinoïden. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van de kennis en worden aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek naar cannabis. De centrale conclusie was in wezen dezelfde als die van Canada’s National Research Agenda (2017): we weten nog steeds niet genoeg. Het bewijs suggereert dat “cannabis zowel therapeutische waarde als risico’s voor de volksgezondheid heeft”.
Bovendien wordt in het rapport expliciet ingegaan op belemmeringen in de regelgeving en wordt aanbevolen deze dringend opnieuw te definiëren: “Tenzij deze belemmeringen (bijlage I) rechtstreeks worden aangepakt of creatieve oplossingen worden ontwikkeld om de uitdagingen te omzeilen, zal een uitgebreide nationale cannabisonderzoeksagenda een ongrijpbaar doel blijven. De onderzoekers reageerden als volgt: “De staat, de industrie en de academische gemeenschap worden opgeroepen te reageren. We hebben behoefte aan nieuwe regelgeving en minder wettelijke belemmeringen, duurzamere financieringsmodellen en betere controlemogelijkheden.”
Is er hoop voor cannabisonderzoek?
Begin augustus kondigde de DEA een lang verwacht besluit aan. De DEA wil het cannabisonderzoek uitbreiden en meer cannabistelers een vergunning geven. Vorige maand meldde de Associated Press ook dat de VS 3 miljoen dollar zouden verstrekken om leemten in het onderzoek naar medische marihuana op te vullen. De universiteit van Californië, Davis, overweegt ook een partnerschap aan te gaan met een door de DEA erkend bedrijf om cannabisonderzoek te verrichten.
Wij weten ook dat de Harvard-universiteit en het MIT in april van dit jaar een subsidie van 9 miljoen dollar hebben ontvangen om de wetenschap op het gebied van cannabinoïden te verbeteren en beter te begrijpen. Hieruit blijkt een nieuwe trend – universiteiten en particuliere bedrijven proberen het cannabisonderzoek uit te breiden en nieuwe kennis op te doen.
De kloof tussen wetenschap en industrie
Anderzijds is de marketing erop gericht van cannabis een welzijnsproduct te maken, dat vaak slechts vage gezondheidsclaims bevat. Kirsten Gauthier, marketingdirecteur van cannabisbedrijf 48North, legt uit: “Er is veel onderzoek nodig; een dierstudie en de marktclaim dat het bijvoorbeeld dementie geneest of voorkomt, is niet hetzelfde. Bedrijven nemen het niet erg serieus. Volgens Donna Shalala van de 420 Party zou het decriminaliseren van marihuana niet alleen een politieke prioriteit moeten zijn – het zou een morele verplichting moeten zijn.